Het traditionele verschil tussen low-code en no-code


Low-code is ontstaan vanuit de gedachte dat je het werk van developers een stuk makkelijker kunt maken wanneer een low-code platform een heleboel zaken overneemt. In plaats van dat ze iedere regel code handmatig moeten schrijven, kunnen ontwikkelaars snel een applicatie ontwikkelen doordat kant-en-klare modules klaarstaan op het platform. Security, uitrollen, testen: het zit allemaal al ingebakken in het platform.

No-code is daar eigenlijk op logische wijze uit voort gekomen. Omdat er vaak geen geld of geen tijd is vanuit de IT-afdeling om – al dan niet via low-code development – nieuwe applicaties of functies te ontwikkelen, worden niet-IT’ers (‘citizen developers’) betrokken bij de ontwikkeling. Via een no-code platform kunnen mensen uit de business met goede ideeën (en affiniteit met IT) zelf voor innovatie zorgen, zonder dat ze de stabiliteit van bedrijfssystemen in gevaar brengen.

Hoe de concepten nu naar elkaar toe groeien


De laatste jaren schuiven low-code platformen steeds meer op richting no-code door allerlei functionaliteiten te lanceren voor citizen developers. Het low-code platform Mendix, dat overigens altijd al een roadmap heeft gehad om de eindgebruiker te betrekken bij het ontwikkelen, heeft bijvoorbeeld met Mendix Studio een no-code omgeving gemaakt. Aan de andere kant voegen veel no-code platformen zoals Betty Blocks mogelijkheden toe voor professionele ontwikkelaars om zelf modules te programmeren.

Gartner beschouwt het ook niet als wezenlijk andere concepten en noemt no-code een marketingterm binnen low-code om aan te geven dat het platform in kwestie zich richt op een andere doelgroep. Die gedachte kunnen we volgen, wij scharen beide begrippen onder de noemer Rapid Application Development.

Is er tegenwoordig nog een verschil?


Ondanks de toenaderende beweging, zijn er wel degelijk nog verschillen. Allereerst qua doelgroep: low-code richt zich op developers die makkelijker willen kunnen werken; no-code op mensen uit de business met goede ideeën die wel affiniteit maar geen ervaring met IT hebben.

Daarnaast lenen low-code en no-code zich, door de bank genomen, ook beter voor verschillende toepassingen. No-code is bijvoorbeeld uitermate geschikt voor het in no time omzetten van een idee naar een applicatie, terwijl het vanwege de extra laag die op de database wordt gelegd minder geschikt is voor applicaties die razendsnel moeten zijn of werken met enorm grote hoeveelheden data.

Een applicatie die is gebouwd op een low-code platform als Thinkwise zit daarentegen direct op de database en heeft daardoor in de regel een zeer goede performance. Bovendien leent low-code zich normaliter meer voor zeer uitgebreide en/of complexe applicaties zoals ERP-systemen.

De toekomst: volledige versmelting


Low-code en no-code gaan – zo verwachten wij – versmelten tot één concept, waarvoor een partij als Forrester (bedenker van de term ‘low-code’ in 2014) of Gartner ongetwijfeld met een rake term op de proppen komt. Wel zullen er waarschijnlijk nicheverschillen zijn: platforms gaan zich onderscheiden doordat ze geschikter zijn voor bijvoorbeeld bepaalde technologieën of branches.

Hoe zit het dan met het verschil in performance dat nu nog bestaat? Door toekomstige technologische innovaties zal met no-code dezelfde performance kunnen worden gehaald als met low-code nu. Zo is er een ontwikkeling gaande dat de platforms naar cloud-architecturen van Microsoft en Amazon gaan. WEM is bijvoorbeeld tegenwoordig klaar voor het containersysteem Kubernetes, waardoor het makkelijk in de cloud kan worden gezet met veel hogere performance tot gevolg.

Investeringen van (tientallen) miljoenen euro’s in low-code en no-code platforms zijn aan de orde van de dag, dus dit soort technologische ontwikkelingen zullen elkaar in hoog tempo opvolgen de komende jaren. Te denken valt ook aan een snelgroeiend aantal AI-toepassingen, waardoor de applicaties die kunnen worden ontwikkeld bijvoorbeeld beslissingen kunnen nemen op basis van machine learning. We zien nu ook al dat Robotic Process Automation (RPA)-platformen low-code en no-code functionaliteiten inbouwen, waardoor valt te verwachten dat low-code en no-code platforms RPA-mogelijkheden gaan integreren.

Aandachtspunt: governance


Nu low-code en no-code naar elkaar toe groeien, wordt governance een steeds belangrijker vraagstuk. Als organisatie wil je snel en simpel applicaties kunnen ontwikkelen. Maar je wilt voorkomen dat een citizen developer iets aanpast waardoor er een systeem uitvliegt en de hele organisatie stil komt te staan. Een goed governance-model is dus een halszaak voor organisaties die hun applicatielandschap willen verbreden op basis van no-code.

We verwachten dat platforms licenties gaan verkopen waarmee je bijvoorbeeld honderd applicaties kunt ontwikkelen. Door alle nieuwe applicaties binnen één platform onder te brengen, breng je als het ware een laag aan bovenop de no-code applicaties die kan worden gemanaged door de informatiebeheerafdeling. De no-code platformen die dit aspect goed beheersbaar maken, hebben de potentie om op grote schaal binnen organisaties ingezet te worden.

De platformen waar wij mee werken


Hoe zit het met de kwestie low-code versus no-code bij de platformen waar EsperantoXL mee werkt? Betty Blocks is van origine no-code maar beweegt zich de laatste jaren sterk naar low-code toe en afficheert zichzelf zelfs ook als low-code platform. Door middel van ‘escape hatches’ kunnen developers (via NodeJS, React en Material UI) handmatig sleutelen aan de frontend- en backend-code.

WEM daarentegen is nog 100 procent no-code. Dit platform is heel sterk gericht op visueel ontwikkelen en is ook het makkelijkst om in te stappen. Iedereen die affiniteit heeft met software kan binnen de kortste keren een basic applicatie bouwen. WEM faciliteert wel dat je via een soort app store-constructie modules kunt verkopen aan andere bedrijven, waar een wat professionelere ontwikkelaar voor nodig is dan de citizen developer.

Thinkwise maakt (nog) geen aanstalten om naar no-code te bewegen. Tegen de achtergrond dat Thinkwise met name geschikt is voor het bouwen van enterprise-ready core-systemen die vaak zware performance-eisen hebben is dat ook begrijpelijk.

Ontwikkelplatformen


Betty Blocks

Betty Blocks werkt volledig in de cloud en stelt gebruikers in staat om ook zonder specialistische programmeerkennis diverse applicaties te bouwen. Betty Blocks staat bekend als een zogenoemd hpaPaaS-platform (High productivity application Platform as a Service).

Over Betty Blocks

WEM modeler

Maatwerk software zonder programmeren. Dat is mogelijk, met WEM. WEM is een Rapid Application Modeling PaaS, waardoor iedere kenniswerker in staat is om snel en zelfstandig web applicaties te bouwen.

Over WEM

Thinkwise

De drijvende kracht voor uw digitale transformatie. Het enige low-code platform gespecialiseerd in het realiseren van omvangrijke bedrijfssoftware. Minimaal tien keer sneller dan traditionele softwareontwikkeling.

Over Thinkwise

Cta coffee
Ben je benieuwd hoe low-code of no-code jouw organisatie kan helpen om digitaal te transformeren?
Neem dan vrijblijvend contact op met EsperantoXL om de mogelijkheden door te spreken.

FAQs


Wat is low-code en no-code?

Low-code en no-code zijn vormen van Rapid Application Development. Low-code is softwareontwikkeling waarbij programmeurs op een visuele manier applicaties modelleren. Ze modelleren applicaties op een visuele manier, waarbij ze weinig tot geen code hoeven te schrijven.

Hoe werkt low-code?

Low-code is softwareontwikkeling waarbij programmeurs op een visuele manier applicaties modelleren. Omdat ze 90 procent visueel ontwikkelen, kunnen ze beter focussen op de 10 procent die echt het verschil maakt.

Wat doet een low-code developer?

Een low-code developer modelleert nieuwe applicaties op een visuele manier. Hij hoeft daarbij weinig tot geen code te schrijven.

De beste low en no-code platformen

In deze whitepaper leggen we het verschil tussen low-code en no-code uit.

Lees meer
Gerelateerde Blog


toon alles